Vaste plaats in wet voor digitale algemene vergadering

De digitale algemene vergadering (AV) moet een vaste plaats in de wet krijgen. Dat vindt de Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht (GCV). Zij kan zich daarom goed vinden in de voorgestelde regeling hiervoor. Op een aantal punten van deze regeling geeft de commissie nader commentaar.

Dit adviseren notariaat en advocatuur in hun advies over het voorontwerp van een wet tot wijziging van Boek 2 en Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek. Dit wetsvoorstel regelt dat privaatrechtelijke rechtspersonen – onder meer nv’s, bv’s, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen – digitaal kunnen vergaderen. Er worden enkele voorwaarden gesteld, zodat de digitale AV goed kan verlopen. Verder wordt het eenvoudiger om langs digitale weg op te roepen voor de AV.

Verbetering
Het voorontwerp bevat volgens de GCV een verbetering ten opzichte van de regeling van de digitale AV in de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid. Het uitgangspunt van het voorontwerp is dat aandeelhouders volwaardig moeten kunnen deelnemen aan de digitale AV, alsof zij in de AV fysiek aanwezig zijn. Aandeelhouders die online deelnemen, moeten volgens het voorontwerp door middel van een tweezijdig audiovisueel communicatiemiddel van de verhandelingen op de AV kennis kunnen nemen en aan de AV deel kunnen nemen. De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid bevatte beperkingen op deze punten.

Noodregeling
Het voorontwerp gaat er volgens de GCV terecht van uit dat er een statutaire basis moet zijn voor een digitale AV. Voor nv’s en bv’s (en coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen) waarvan de statuten om welke reden dan ook niet worden gewijzigd, vindt de commissie het van belang dat een adequate noodregeling kan gelden als daarvoor aanleiding bestaat. De GCV meent daarom dat naast de voorgestelde structurele regeling een goede noodwet paraat moet staan. Die noodwet kan grotendeels aansluiten bij de regeling van de digitale AV zoals die nu wordt voorgesteld.

(Bron KNB)