Aanslag overdrachtsbelasting na uittreden vof-vennoot
Als een van de vennoten uit een vennootschap onder firma (vof) uittreedt en die vof bezit onroerend goed, draagt de uittredende vennoot impliciet ook zijn of haar deel van het belang in het onroerend goed bezit over. Daarover moet overdrachtsbelasting worden betaald.
Voor de Belastingdienst is de akte van verdeling voor de overdracht van het aandeel van de uittredende vennoot bepalend. Dat is de juridische eigendomsoverdracht. Op dat moment vindt ook de economische eigendomsoverdracht plaats, wat op grond van de wet een belastbaar feit oplevert.
Echter, als bij de verdeling geen rekening is gehouden met overdrachtsbelasting, is dat voor de inspecteur reden om een naheffingsaanslag op te leggen. De Wet op belastingen van rechtsverkeer is daarvoor de basis. Door het uittreden van een vennoot verkrijgen de overige vennoten de economische eigendom van de tot de onderneming behorende onroerende zaak. Het maakt dan niet uit of in de akte alleen is gesproken over het recht op levering, de belasting is verschuldigd op basis van de economische eigendomsovergang. Het uittreden heeft tot gevolg dat de uittreder zijn of haar belangen in de vof, en daarmee de belangen in de tot de onderneming behorende onroerende zaak, heeft overgedragen. Dat leidt er weer toe dat naast het gebruiksrecht ook het risico op waardeverandering van de onroerende zaak is overgegaan.
Wilt u meer weten over de gevolgen van uittreden van vennoten? Bel ons voor het maken van een afspraak.